Gevaarlijke Stoffen Motorenrevisie
Risicobeschrijving
Gevaarlijke stoffen zijn stoffen die risico's of hinder kunnen veroorzaken voor mens en milieu. Het gaat om zuivere stoffen en mengsels van stoffen, al dan niet verdund. In de mobiliteitsbranche zijn voorbeelden hiervan brandstoffen, smeermiddelen, reinigers, kitten en lasrook.
Wat zijn gevaarlijke stoffen?
Gevaarlijke stoffen kunnen giftig, agressief, irriterend, brandgevaarlijk, kankerverwekkend, bedwelmend, explosief of schadelijk voor de voortplanting zijn. Dit is afhankelijk van het type stof, de dosis en de omstandigheden. Gezondheidsklachten kunnen direct optreden (acuut), maar ook pas na jaren verschijnen en/of verergeren na langdurige blootstelling (chronisch).
Gevaarlijke stoffen moeten goed herkenbaar zijn. Op het etiket staat een gevaarsymbool die de aard van het gevaar weergeeft. Risico's van en maatregelen ter bescherming tegen de gevaarlijke stof staan op het etiket in algemene R- (risk) en S- (safety)zinnen. Op 20 januari 2009 is een nieuwe verordening in werking getreden voor een wereldwijd geharmoniseerd systeem voor de indeling van (enkelvoudige) chemische stoffen en mengsels; het Globally Harmonised System (GHS). Sinds 1 december 2010 moeten alle enkelvoudige stoffen aan de nieuwe voorschriften voldoen en vanaf 1 juni 2015 ook alle mengsels. De etikettering gaat er dan anders uitzien (zie hier voor de verschillen in symbolen ).
Voor meer informatie over GHS zie www.ghs-helpdesk.nl
Van iedere gevaarlijke stof moet een veiligheidsinformatieblad beschikbaar zijn. Op de werkplek kan worden volstaan met een voor de gebruiker begrijpbare instructie. Voorbeelden van de werkplekkaart en instructiekaart.
Niet voor iedere stof is veiligheidsinformatieblad beschikbaar, bijvoorbeeld een veiligheidsinformatieblad beschikbaar, omdat ze ontstaan tijdens een proces zoals lasrook of door gebruik zijn veranderd zoals afgewerkte motorolie en vervuilde luchtfilters.
Onderstaand gevaarssymbool wordt gebruikt voor giftige stoffen. Deze komen voor in onze branche, zoals bij speciale reinigers. Bijvoorbeeld producten die methanol bevatten zoals in brandspiritus.
Deze stoffen zijn te herkennen aan een T-symbool op het etiket:
Na invoering CLP/GHS:
In deze catalogus worden de volgende gevaarlijke stoffen of groepen van stoffen behandeld:
- Accuzuur
- Koelvloeistoffen
- Lasrook
- Metaalbewerkingsvloeistoffen
- Olie en smeermiddelen
- Reinigings- en ontvettingsmiddelen
- Stof (als stofdeeltjes)
Daarnaast wordt de opslag van gevaarlijke stoffen behandeld.
Waar moet aan voldaan worden?
Een werkgever is verplicht te zorgen voor een veilige en gezonde werkplek voor werknemers. De werknemer is verplicht instructies op te volgen en veilig en gezond te werken voor zichzelf en collega’s. Als onderdeel van de risico-inventarisatie en -evaluatie (RI&E) moet ook de blootstelling aan gevaarlijke stoffen beoordeeld worden. Hiervoor wordt geïnventariseerd aan welke stoffen de werknemers worden blootgesteld en in welke mate. Dit kan gedaan worden door dit te meten of door een onderbouwde schatting te maken. Waar de blootstelling te hoog is dienen maatregelen genomen te worden. Als werknemers tijdens het werk blootgesteld (kunnen) worden aan gevaarlijke stoffen, is de werkgever verplicht om maatregelen te nemen waarmee die blootstelling wordt voorkomen of zoveel mogelijk wordt beperkt. In de oplossingentabellen van de hierboven benoemde stoffen staan de concrete maatregelen beschreven. In elk geval dienen de volgende maatregelen genomen te worden:
Praktische oplossingen beschrijving
Bij het oplossen of verminderen van het probleem dient de arbeidshygiënische strategie gevolgd te worden. Dat betekent het volgen van onderstaande volgorde om het probleem aan te pakken waarbij de bronaanpak de meest gewenste oplossing is en de persoonlijk beschermingsmiddelen de laatste optie:
- De bron van het probleem weg nemen: zoals vervangen van een agressieve reiniger door een milder, bij voorkeur onschadelijk product,
- Hulpmiddelen gebruiken: zoals automatische dosering via doseerpomp en bronafzuiging bij de uitlaat;
- Organisatorische oplossingen: zoals gedragregels of het beperken van het aantal blootgestelden in aparte ruimten, bijvoorbeeld bij het lassen in een lasbox;
- Persoonlijke beschermingsmiddelen: zoals adembescherming, handschoenen.
Gevaarlijke stoffen kunnen via verschillende routes opgenomen worden:
- Via de mond en neus wordt de stof ingeademd, waardoor de stof in de longen komt.
- Via de huid waardoor de stof in de bloedbaan komt. Een bekend voorbeeld hiervan is het handen wassen door de monteurs met oplosmiddelhoudende reiniger. Opgemerkt dient te worden dat er maar weinig stoffen zijn die door de huid heen kunnen dringen.
- Via de mond wordt de stof ingeslikt, waardoor dit in het maag-darmkanaal komt.
Voor alle beroepsmatige blootstelling aan gevaarlijke stoffen geldt dat inademen van de stof (en dan veelal de gassen/dampen en het hele fijne stof) de grootste kans op opname van de stof in het lichaam geeft. Hierna volgt huidcontact methuidopname van een gevaarlijke stof en als laatste het inslikken van een gevaarlijke stof.
De diverse oplossingen zijn ingedeeld volgens de arbeidshygiënische strategie. Zoals gezegd heeft aanpak aan de bron de voorkeur boven oplossingen van lagere orde.
Oplossingen tabel
Zie hiervoor aparte teksten specifieke stoffen.
Normen en wetten
De bescherming van werknemers tegen gevaarlijke stoffen is primair geregeld in de Arbeidsomstandighedenwetgeving. Ook zijn er verschillende (inter)nationale normen met richtlijnen voor bijvoorbeeld vervoer en opslag van gevaarlijke stoffen. De risico's worden in kaart gebracht in de risico-inventarisatie en –evaluatie (RI&E). Tal van oplossingen voor risico’s worden beschreven in deze arbocatalogus.
Om te kunnen beoordelen of blootstelling aan een gevaarlijke stof ook echt een kans geeft op gezondheidsschade wordt de gemeten concentratie van die stof in de lucht vergeleken met een grenswaarde.
De grenswaarde is de maximale concentratie van een gas, damp, nevel, vezel of van stof in de lucht op de werkplek waaraan men mag worden blootgesteld gedurende de werkdag. De grenswaarde is dus een gemiddelde waarde over 8 uur, waarbij er gedurende die 8 uur geen pieken mogen optreden die meer dan het dubbele van de 8-uurs norm zijn. Bij de vaststelling van deze waarde wordt zoveel mogelijk als uitgangspunt gehanteerd dat – voor zover de huidige kennis reikt – de gezondheid van de werknemers én hun nageslacht niet wordt benadeeld. Zelfs niet bij herhaalde blootstelling aan die concentratie, gedurende een langere tot zelfs een arbeidsleven omvattende periode. Een grenswaarde heeft dus een gezondheidskundige onderbouwing. In het Grenswaardenstelsel ligt vast hoe grenswaarden (normen) worden vastgesteld.
Het Ministerie van SZW stelt wettelijke (publieke) grenswaarden vast voor stoffen:
- waarvoor de EU een grenswaarde vereist.
- waarvoor niet te verwachten is dat de EU een grenswaarde zal gaan vaststellen. Hierbij worden als criteria ‘stoffen zonder eigenaar’ en ‘stoffen met grote kans op gezondheidsschade (hoog-risicostoffen)’ gehanteerd, dan wel stoffen waarvoor de overheid vindt dat er een publieke grenswaarde moet worden vastgesteld.
Indicatieve grenswaarden
Wanneer geen wettelijke grenswaarde is vastgesteld, kan een indicatieve grenswaarde vermeld worden. Deze wordt dan overgenomen vanuit SCOEL (Europese werkgroep van deskundigen), of vanuit de lijsten van omliggende landen. Ook de oude, vervallen MAC-waarde kan hiervoor gebruikt worden.
- Hoofdstuk 4 Arbobesluit; met name afdeling 1: “Gevaarlijke stoffen” en in mindere mate afdeling 2: ”Aanvullende voorschriften kankerverwekkende of mutagene stoffen en kankerverwekkende processen”.
- Grenswaardenstelsel ( SER - Databank Grenswaarden Stoffen op de Werkplek (GSW))
- AI-bladen over gevaarlijke stoffen en etikettering, etc. wat van toepassing is.
- Onderzoek gevaarlijke stoffen mobiliteitsbranche 2008 0-meting
- Arbocatalogus voor de mobiliteitsbranche
Achtergrondinformatie
Arbosite mobiliteitsbranche: www.arbomobiel.nl
BOVAG: www.bovag.nl
Arbosite FNV Bondgenoten (rubriek “Gevaarlijke stoffen op het werk”): www.fnv.nl
Arboportaal SZW: www.arboportaal.nl
Inspectie SZW (voorheen Arbeidsinspectie): www.inspectieszw.nl